Hoofdstuk 50 Waarom bewijs je niet dat je echt bent?
“ Iedereen zou zijn eigen kruis dragen.” Toen stond hij op en liep naar haar toe, “eerst stal je de ketting in mijn kantoor en nu stal je de horloges in mijn kamer.” Toen greep hij haar plotseling bij haar armen en gooide haar tegen de muur.
Ze vertrok haar gezicht van de pijn en zei: "Het is allemaal een misverstand, meneer Ragnar..." Ze zei snel: "Ik ben geen dief."
“ Oh ja, dat ben je.” zei hij. “Ik weet niet of je nog meer dingen van me hebt gestolen.” Hij greep haar bij haar kin en dwong haar mond open.