Hoofdstuk 34 Ik zal het niet ondertekenen
Een paar maanden gingen snel voorbij en Cassie was te zien in de verloskamer, waar ze onvermoeibaar werkte om een baby ter wereld te brengen. Het duurde zesentwintig uur van intense en onvermoeibare arbeid voordat ze in staat was om een baby ter wereld te brengen.
Met zweet over haar hele lichaam zuchtte ze vrolijk en zei meteen tegen de verpleegster die haar baby droeg: "Breng mijn baby, laat mij hem in mijn handen houden voordat jij hem wast."
Ze merkte echter dat de verpleegster een vreemde uitdrukking op haar gezicht had, dus vroeg ze meteen: "Wat is er met mijn baby gebeurd? Gaat het goed met hem?"