Hoofdstuk 33
Mia.
Ik open langzaam mijn ogen voor de warme gouden stralen van de ochtendzon. De beige gordijnen worden opengetrokken, waardoor er voldoende lucht door de grote glazen ramen de kamer kan omhullen. Ik slaap altijd te lang als ik een bed deel met Rico.
Zijn kamer is ruim, met hoge plafonds en witgeverfde muren. Er staat echter niet veel op. Aan de andere kant van de kamer staat een enkele fauteuil met een leeslamp en een bijzettafel met een laptop erop. Aan de andere kant zitten twee deuren die naar de badkamer en de kast leiden. Over het algemeen voelt de kamer gezellig aan, maar misschien wil ik hem in de toekomst opnieuw inrichten of misschien meer spullen toevoegen.