Hoofdstuk 272 Ik ben het, Wynter
Wynter vroeg langzaam: "Wie was het?"
" Ik... ik weet het niet." Fanny keek doodsbang terwijl haar blik van links naar rechts schoot. "Ik kan het niet zeggen, tegen niemand. Het is mijn einde!"
Wynter observeerde Fanny's paniekerige toestand en onsamenhangende gemompel. De symptomen kwamen hem bekend voor. Bij die gedachte stak Wynter zijn hand uit om Fanny's pols te voelen. Die klopte onregelmatig.