Hoofdstuk 285
Het standpunt van Aziza
Ik word langzaam wakker van het geluid van iemand die op de deur klopt en ik probeer mijn kussen op te tillen om mijn hoofd te bedekken, alleen om te ontdekken dat ik niet op een kussen lig. Ik glimlach als ik me realiseer dat ik Ragnar als mijn kussen gebruik en als ik terugdenk aan de gebeurtenissen van gisteravond worden mijn wangen rood.
Wie er ook voor de deur staat, hij is erg volhardend en Ragnar wordt niet wakker, dus ik moet zelf uit bed. Ik pak Ragnars shirt en trek het over mijn hoofd terwijl ik naar de deur loop, me afvragend wie er in godsnaam aan de andere kant is.