Hoofdstuk 181
Xandros-perspectief
Ik ben benieuwd waarom Taliyah Aydens naam fluisterde, maar ik weet niet zeker of ik ernaar moet vragen. Ik wil niet dat ze weer boos wordt.
Het is alsof Grootmoeder de onrust in mij voelt en mij de kamer uit loodst. We lopen door de gang en ze opent een deur naar een kantoor, ik zie dat het al heel lang niet meer is gebruikt.