Hoofdstuk 148
Taliyah's standpunt
Iemand duwt tegen mijn schouder en ik grom naar de idioot die mijn slaap verstoort.
Ik hoor iemand lachen en dan zegt een stem: "Taliyah, we zijn op onze bestemming." Ik open langzaam mijn ogen en zie dat de SUV voor een hoog gebouw geparkeerd staat.