Hoofdstuk 188 B2 37 - Wat is er zo leuk aan mij?
LUCUS.
"Nee! Nee! Het spijt me! Patrea! Ik zei dat het me speet." Ik keek toe hoe zwarte aderen over de huid van haar nek kropen, beginnend bij de plek waar de beet zat, en keek met angst toe hoe ze voor mijn neus stikte.
Ik wist niet wat ik moest doen. Ze kon niet ademen.