App downloaden

Apple Store Google Pay

Hoofdstukkenlijst

  1. Hoofdstuk 201 De leeuw slaapt vannacht
  2. Hoofdstuk 202 Hoop vasthouden
  3. Hoofdstuk 203 Eindelijk in sync
  4. Hoofdstuk 204 De Meester onthuld
  5. Hoofdstuk 205 Wet 3
  6. Hoofdstuk 206 Kleine Nicky
  7. Hoofdstuk 207 Een uitstapje naar de tuin
  8. Hoofdstuk 208 Aangevallen
  9. Hoofdstuk 209 Onverwachte verrassingen
  10. Hoofdstuk 210 Dodge Ball, Thunder Style
  11. Hoofdstuk 211 Verhaaltijd met Nana
  12. Hoofdstuk 212 Algemene onderwerpen
  13. Hoofdstuk 213 Rammelen en timingproblemen
  14. Hoofdstuk 214 Afmetingen
  15. Hoofdstuk 215 Brullen
  16. Hoofdstuk 216 Een Prom om te onthouden
  17. Hoofdstuk 217 Na het bal
  18. Hoofdstuk 218 Ten strijde trekken
  19. Hoofdstuk 219 De Slag
  20. Hoofdstuk 220 Karma
  21. Hoofdstuk 221 Ik zie je
  22. Hoofdstuk 222 De nasleep (deel 1)
  23. Hoofdstuk 223 De nasleep (deel 2)
  24. Hoofdstuk 224 De nasleep (deel 3)
  25. Hoofdstuk 225 Epiloog

Hoofdstuk 75: Is april oké?

(Tylers standpunt)

Ik heb mijn dierbare dochter nog nooit zo zwak, fragiel of bang gezien in mijn leven. Zelfs na haar beproeving met die vamp toen ze pas twaalf was, leek ze nooit zwak of bang. Ze is altijd zo sterk geweest, zo zelfverzekerd. Ik geloof dat het een van de redenen was dat ze het voor haar moeder en mij verborgen kon houden. Terwijl ik hier zo stond te wachten voelde ik me zo verdomd nutteloos. Ik wilde iets doen, iets slaan. Die klootzakken moeten wel dood zijn!

Ik keek naar Alex toen ik dat dacht. Hij stond daar, bij het koffiestation , afwezig een grote kop koffie te zetten, er zo verslagen uitziend. Ik weet dat hij zich ook zorgen maakt om April. Het is de enige reden dat ik zijn zielige kont nu niet van ledemaat tot ledemaat aan het scheuren ben. Maar ik kon mijn woede ook niet langer volledig bedwingen en ik stormde op hem af met moord in mijn ogen. "ZEG ME DAT ZE F**KIN DOOD ZIJN, ALEX! VERTEL ME DAT AL DIE MOEDERF**KIN A**GATEN DIE HUN GODD*MN F**KIN WALGELIJKE HANDEN OP MIJN DOCHTER HOUDEN, F**KIN DOOD ZIJN!” Terwijl ik als een gek schreeuwde, bewoog Lilly tussen haar zoon en mij. Ze beschermde hem, zoals elke moeder zou doen, maar dat kon me niet schelen. Niet dat ik haar pijn zou doen, ik wilde gewoon een antwoord. Dus schreeuwde ik, met mijn woede in volle glorie, “VERTEL ME!!!” “De meesten van hen zijn dat, ja. Er zijn er nog vier in leven en op weg naar onze kerkers terwijl we spreken.” Ik moest het de jongen nageven. Hij bleef kalm en keek me aan als een man, waarbij hij zijn moeder zachtjes, maar vastberaden, opzij duwde terwijl zijn ogen de mijne onverzettelijk ontmoetten. Dat was geen gemakkelijke opgave, aangezien hij nog maar een kind is en hij heel goed weet waartoe ik in staat ben. Ik weet ook dat ik een soort idool voor hem ben. Dus om je idool op deze manier onder ogen te komen, is indrukwekkend. Het toont een soort moed die een minderwaardig individu onmogelijk zou kunnen begrijpen. Zoals die lafaards die hiervoor verantwoordelijk waren, nooit zouden kunnen begrijpen. Zijn houding was genoeg om mijn stem te laten dempen tot een minder oorverdovend geschreeuw. "Wat bedoel je in godsnaam, ze zijn niet f**kin dood?!" Hij zuchtte zwaar voordat hij antwoordde: "Ik bedoel, er zijn er een paar die het hebben overleefd. Ze zijn niet in de beste staat van hun ellendige leven, maar ze leven in feite nog. Laat me uitleggen..."

تم النسخ بنجاح!