Hoofdstuk 138 Jij bent de vrouw van de president
Bij aankomst in het ziekenhuis zag Victoria tot haar grote vreugde dat Griselda goed herstelde. Ze bleef bij haar om haar gezelschap te houden.
Toen Griselda haar zag, die eruitzag als een vrolijk jong meisje, knapte dat ook haar aanzienlijk op.
" Heb je dorst, oma? Doet je wond pijn? Ben je moe? Wil je iets eten of een dutje doen? Als je niet kunt slapen, kan ik je een verhaaltje vertellen." Misschien merkte Victoria, door haar opwinding, de tegenstrijdigheid van haar woorden niet op.