Hoofdstuk 67
Ik onderdrukte een zucht. Eerlijk gezegd had ik zo'n antwoord van hem verwacht, maar ik kon niet aarzelen. Niet met dit.
"Met alle respect, Vader, ik kan hier geen concessies aan doen," zei ik, hem ogenschijnlijk verrast. Normaal gesproken werden zijn verzoeken niet genegeerd als het om dit soort zaken ging. "Deze overtuiging heeft zich diep in mijn hart geworteld en ik weiger deze epidemie langer te laten duren dan nodig is."
Hij bekeek me argwanend. "Dit lijkt me buitengewoon persoonlijk voor je."