Hoofdstuk 96 ONVERWACHTE GETUIGE
ALDRIC
Voordat ik helemaal wegging, keerde ik terug naar de rand van de afgrond. Haar bloed en het mijne kleurden de grond.
Nu de betovering verbroken was, kon ik haar duidelijk ruiken: ze had haar aangevallen met de bedoeling haar te doden.