Hoofdstuk 148 WIE IS MIJN VRIEND?
CÉLINE
Toen ik mijn ogen opende, bevond ik mij weer in dezelfde crypte waar ik in slaap was gevallen.
Was die vreemde ontmoeting maar een droom geweest? Ik drukte mijn dijen tegen elkaar van ongemak en voelde de vochtigheid mijn onderbroek doorweken.