Hoofdstuk 100 De brief
Beste Hunter,
Ik weet dat ik een lafaard ben. In plaats van dit in je gezicht te vertellen, laat ik deze brief voor je achter. Al sinds mijn kindertijd heb ik zoveel complimenten gekregen, Hunter. Niet zozeer over mijn uiterlijk, maar over mijn vriendelijke hart. Mijn moeder vertelde me dat ik deze eigenschap van mijn vader heb overgenomen. Maar terwijl ik deze brief schrijf, besef ik dat ze het de hele tijd al mis hadden. Ik bezit geen enkele dergelijke eigenschap, Hunter.
Als ik in de spiegel kijk, zie ik een egoïstisch meisje naar me staren.