Hoofdstuk 746
Iedereen draaide zich om. Daar, onder de lantaarnpaal, stond een ongedeerde Narissa, kauwgom kauwend en arrogant rondhuppelend.
Charissa liet de man los en liep naar de andere vrouw. Haar ogen vulden zich met woedende vlammen toen ze gromde: "Je wist toch al dat er een hinderlaag was?!"
"Uh-huh."