Hoofdstuk 379
Terwijl iedereen weg was, haastte Joshua zich om het huis te doorzoeken, maar hij vond nog steeds niets waardevols, ook al had hij alle hoeken en gaten gecontroleerd.
Hij hield op dat moment een oude houten kist vast die hij uit de opslag had gehaald, voordat hij met tegenzin mompelde: "Alles onder slot en grendel houden, hè, ouwe knar? Dacht je nou echt dat ik niet wist hoeveel spullen de familie heeft?"
De woorden waren nog maar net uit zijn mond gekomen toen Alexander en Elise de kamer binnenkwamen. Ze zeiden niets tegen elkaar terwijl ze op de bank zaten, waarop hij, met een nonchalante manier van doen, een kopje thee voor haar inschonk.